Lotte
Lotte houdt van alle soorten dieren en ze is er niets niks bang voor. In een tasje heeft ze een verrekijker en een vergrootglas. Die heeft ze altijd bij zich als ze naar opa en oma gaat. In hun tuin zitten namelijk allerlei beestjes. Grote en klein. Zoals torretjes, vlinders, kikkers, padjes, salamanders, egeltjes en zelfs hertjes. Een steen optillen om te zien of er iets onder zit vindt Lotte spannend maar ook leuk. Er zit altijd wel iets onder.
Soms gaat ze met oma, opa en Joris op nachtsafari. Als het donker wordt, zie je andere beestjes dan overdag. Ze gaan gaan op een plekje in de tuin zitten waar je de lucht goed kunt zien en waar het donker is. Hoe stiller je bent, hoe meer je ziet. Zoals uilen, egels, nachtvlinders, motten en vleermuizen. Lotte vindt dat zo leuk.
De meeste kinderen hebben een konijn of aapje als knuffel. Lotte niet, die heeft een krokodil. Hij gaat overal mee naar toe. Ze wil heel graag een echte krokodil. Die past best in de vijver van opa en oma. Maar oma wil echt geen krokodil in haar tuin. Ze is er héél bang voor. En stel je voor dat hij Mienemien het konijn of Zwaantje de kip opeet. Oma heeft Lotte wel beloofd dat ze naar de dierentuin gaan en dat Lotte in het winkeltje van de dierentuin een grote knuffelkrokodil mag uitzoeken.